Oudere stammen van de Quercus palustris of Moeraseik krijgen ondiepe groeven. Het blad is variabel van vorm, eirond tot ovaal, 7 – 15 cm lang en soms even breed en grof gelobd met 2 tot 4 paar scherp getande lobben.

Het gladde blad van de moeraseik is heldergroen en verkleurt donkerrood in de herfst. Het verdorde blad kan lang aan de dakboom blijven zitten. De kleine eikels zijn alleen aan de basis, tot maximaal een derde omsloten door het napje. De Quercus Palustris of Moeraseik is een erg sterke boom die het op verschillende ondergronden erg goed doet.

De Moeraseik is een relatief taaie boom, die goed bestand is tegen verschillende bodemomstandigheden, waaronder een beperkte blootstelling aan wateroverlast.

Quercus palustris is een fijn bladige eik, vergelijkbaar met Quercus coccinea, maar met een veel piramidaler kroon.

Bij het aanplanten zijn boompalen en potgrond een vereiste voor een stabiele groei.